Arterioveneuze malformatie

Vanuit het hart vertrekt zuurstofrijk bloed onder hoge druk door slagaders naar een orgaan (in casu de hersenen), na zuurstofuitwisseling over kleine ‘filters’ (capillair bed), keert het bloed onder lage druk via aders terug naar de longen, om aldaar opnieuw zuurstof op te nemen.
Arterioveneuze misvormingen (ook wel angiomen genoemd) zijn aangeboren afwijkingen, waarbij deze ‘filters’ ontbreken. Hierdoor stroomt bloed onder hoge druk vanuit een slagader rechtstreeks in een ader. Aangezien aders in tegenstelling tot slagaders een dunne wand hebben, worden ze door deze hoge bloeddruk geleidelijk aan opgeblazen tot verwijde gekronkelde ‘spataders’ met risico op ruptuur.

Arterioveneuze malformaties (AVM) kunnen symptomatisch worden wanneer ze bloeden. Het risico op een bloeding bedraagt ongeveer 2% per jaar. Een AVM dat niet gebloed heeft kan soms ook aanleiding geven tot epileptische aanvallen, hoofdpijn of neurologische uitval.
AVM’s worden, net zoals aneurysmata (LINK) vaak incidenteel aangetroffen op MRI’s uitgevoerd voor een ander doel.

Als een AVM wordt gediagnosticeerd bij een patiënt wordt dit in een interdisciplinair centrum met gespecialiseerde apparatuur en personeel besproken. Mogelijke behandelingsmethoden zijn: microchirurgische verwijdering, endovasculaire embolisatie en bestraling/radiotherapie. Soms wordt een combinatie van deze behandelingsmodaliteiten ingezet. De optimale behandeling is afhankelijk van de structurele en anatomische karakteristieken van het AVM enerzijds en de symptomatology anderzijds.